Doneer een zaailing!

Elke boom of struik produceert ieder jaar zaailingen. Maar in een achtertuin is vaak geen ruimte voor al die zaailingen om uit te groeien tot volwassen boom of struik. Maar iemand anders wil ze graag hebben! Lever je zaailingen en stekken in en Meer Bomen Nu zorgt dat ze een goed plekje krijgen. Zo planten we samen een miljoen bomen voor klimaat en biodiversiteit!

Zaailingen en stekken doneren

Meer Bomen Nu gaat dit jaar 1 miljoen bomen (ver)planten! En jij kan daarbij helpen door zaailingen uit je eigen tuin (of uit die van je buren of oma) te doneren.

Meedoen is simpel!

De zaailingen hoeven niet in potten te zitten, ze worden bij ontvangst direct ingekuild, geplant of tijdelijk in de sloot gelegd.
Het is fijn voor de ontvanger als de zaailingen zijn voorzien van een label met de soortnaam erop. Scroll naar beneden voor onze tips hoe je de zaailingen herkent.
Lever zaailingen en stekken in door contact op te nemen met een bomenhub!

Wat kun je doneren?

Zaailingen: Ga in de tuin op zoek naar zaailingen van bomen en struiken tussen 50-200 centimeter hoog. Haal het hele boompje/struik uit grond met zoveel mogelijk wortel. De kluit kun je er afschudden en hoef je niet mee te geven. Scroll naar de onderkant van de pagina voor hulp om je zaailing te herkennen.

Stekken zijn ook welkom! Elke tak van een wilg, populier, vlier, vlinderstruik of vijg kun je in de grond steken en dan groeit er een nieuwe boom of struik uit.

Vlier, vlinderstruik, vijg, druif: snoei de houtige delen terug in stukken van ongeveer 50-60 cm (ofwel 4 knopen) en zet ze met onderkant in water of grond zodat ze niet uitdrogen. Stekken met een diameter van 2 cm doen het het beste.
Populier, wilg: schuin afzagen of knippen, liefst 2-3 meter lang, bij planten ongeveer 50 cm in grond.
Afleggers van braam, framboos, ribes, kruisbes: met wortel afsteken.

Lever je zaailing in bij een hub

Op deze kaart vind je alle bomenhubs in Nederland. Neem contact met hen op om een boom of struik in te leveren. Je kan ook de zaailing oppotten, bij het hek van de hub zetten en een berichtje sturen dat er een extra boompje staat.

Herken je zaailing

Tijdens het plantseizoen, als de jonge boompjes en struiken hun blad kwijt zijn, is het niet altijd even makkelijk om te zien om welke soort het gaat. Onze eerste tip is daarom: kijk eens goed naar de omgeving. Wat staan er verder voor bomen, en is het daar misschien een zaailing van? Liggen er mogelijk nog blaadjes die je herkent? Daarmee ben je vaak al een heel eind op weg.

Observatie geeft meestal niet meteen de juiste soort. Daarom maken we op onze oogstdagen gebruik van een knoppenkaart. Dat kan heel handig zijn. Want het zal je maar gebeuren dat je in de tuin staat en jouw met liefde verzorgde fruitboompje niet meer kan onderscheiden van de uitgezaaide tamme kastanje… De knoppenkaart downloaden. Kom je daar niet uit, dan kan de PlantNet app ook helpen met het herkennen.